Marcel van der Veer. Foto: Gregor Servais

Een gebouw waar architectuur en interieur zijn verbonden, waar alles bij elkaar hoort en past. Zo voelde Schouwburg Cuijk voor Marcel toen hij er voor het eerst kwam. “Met een zeer uitgesproken signatuur, heel eigen en duidelijk herkenbaar. Een modern monument. Hier ben je niet zomaar ergens, hier ben je in Cuijk.”

Internationale prijzen
Van dit gebouw het Huis van Cuijk maken voor zowel de schouwburg als de bibliotheek. Marcel heeft inmiddels ruime ervaring met dit soort opdrachten en sleepte er zelfs internationale prijzen mee in de wacht, zoals met de bibliotheek School 7 in Den Helder en de bibliotheek in Kerkrade. Momenteel werkt hij ook aan de bibliotheek in Keulen.

“Gek genoeg hebben we ook al eens een bibliotheek met een sporthal gecombineerd”, vertelt Marcel. “Het gaat erom dat je geloofwaardige combinaties maakt en organisaties met elkaar verbindt. Het gebouw krijgt met het Huis van Cuijk een andere rol, waarbij zowel schouwburg als bibliotheek herkenbaar zijn en elkaar versterken.”

Gebouw nu echt af
Marcel sprak uitgebreid met Wim Kol, de architect van de schouwburg zoals die er nu staat. “We zijn ook bij hem langs geweest om onze plannen te presenteren. De schouwburg is echt zijn kind. We wilden niks aan de identiteit veranderen, die respecteren en waarderen we zelfs. Het is heel fijn dat we zijn zegen hebben. Nu is het gebouw echt af, zei hij, een groot compliment.”

Zo was de foyer met de garderobe aan de voorzijde tot nu toe een grote, open ruimte die intimiteit miste. Marcel: “Hier lag dan ook dé oplossing voor de bibliotheek. Die krijgt in dit gebouw geen uitgesproken eigen identiteit, maar voegt zich bijna naadloos naar de bestaande identiteit. Ook als architect kun je geen eigen stempel drukken, je voegt alleen iets toe.”

Extra tussenverdieping
Dat gebeurt ook letterlijk met extra vierkante meters op een nieuwe entresol, een tussenverdieping boven de huidige garderobe. Op deze manier worden boven en beneden via de bestaande loopbrug met elkaar verbonden en kun je straks een rondje lopen. De bibliotheek bevindt zich voor een groot deel boven, maar ook beneden, zoals de jeugdafdeling in de zijfoyer.

Volgens Marcel brengt het Huis van Cuijk alleen maar positieve veranderingen voor zowel de bibliotheek als de schouwburg. “Bibliotheken hadden een aantal jaar geleden nul bestaansrecht, tot ze een wettelijk verplichte functies kregen werden en zich ontwikkelden. Nu zijn dit soort huiskamers, derde plekken genoemd, al niet meer op twee handen te tellen.”

Bibliotheken zijn dus allang niet meer alleen maar een plek waar je boeken kunt lenen, maar hebben een grotere sociaal-maatschappelijke rol die zij van de gemeente hebben overgenomen. Een openbare ruimte waar je niet hoeft te betalen om er te zijn, waar je ook terecht kunt voor een kop koffie, een leven lang leren of digitale ondersteuning.

Laagdrempelig
Volgens Marcel moeten ook theaters zichzelf opnieuw uitvinden om in de toekomst aantrekkelijk te blijven. “Daar hoort laagdrempelig zijn bij”, aldus Marcel. “Het klassieke theaterpubliek is een generatie bezoekers die langzaam dunner wordt. Voor deze mensen wordt het straks misschien even wennen. Voor weer andere bezoekers klopt het Huis van Cuijk als een bus.”

Bezoekers van de schouwburg hoeven volgens Marcel niet bang te zijn dat de theaterbeleving verloren gaat. “De nieuwe dynamiek zal juist heel fijn zijn, het gebouw is nog net zo groot en is qua inrichting flexibel. Het wordt vast wat drukker in het TheaterCafé, maar er komen boven weer leuke zitjes en plekjes bij om in de pauze van een voorstelling wat te drinken.”

Marcel kijkt dan ook uit naar het eindresultaat. “Het gebouw is nu al een vrolijke plek met de herkenbare zwart-witte tegels en kleuren. Als je er een foto van ziet, weet je meteen, oh dat is Cuijk. Dat eigen gezicht hopen wij te hebben verrijkt. De praktijk zal het straks moeten uitwijzen, maar ik heb er alle vertrouwen in.”

Deel dit artikel